Afl. X: Eva’s verrassing

Aan de binnenkant van de deur is een papier bevestigd met CLOSED en, in kleinere letters – slecht leesbaar – due to circumstances. Onwillekeurig draait hij zich om, maar moet vaststellen dat geen mens zich aandient om hem te woord te staan. Het is midden op de dag, de zon staat hoog aan de hemel, zo-even was het nog druk op straat.  

Vergeefs speurt hij naar een deurbel en drukt zijn neus tegen het glas van de deur. Veel meer dan spiegels die op de een of andere manier licht opvangen van buiten kan hij niet onderscheiden. Hij tikt op het glas en beweegt de klink op en neer om geluid te maken. Dan schiet hem te binnen wat Dennis zei over Lisa’s woning aan de overkant.  

Tot waar de straat ophoudt staan nog enkele verveloze pandjes van het hetzelfde formaat als de salon van Lisa. Wel huisnummers, maar geen namen. Uit de struiken bij de bouwval verderop komt een magere hond te voorschijn. Is That All There Is?

Om te beginnen steekt hij het straatje over om vervolgens alle ramen en deuren aan de overkant, eerst naar rechts tot aan de bouwval, en vervolgens helemaal terug tot aan het kruispunt aan een nader onderzoek te onderwerpen. Mèt het nodige lawaai, niet alleen om bewoners naar buiten te lokken maar ook om elders in de straat aandacht te trekken. 

Hij moet en zal erachter komen wat hier de afgelopen dagen is gebeurd. De exploitant van een florerende salon&spa kan niet spoorloos verdwenen zijn en als ze – hoe dan ook – in de shit is gekomen, mag niemand hem later kunnen verwijten dat hij er niet alles aan heeft gedaan.  

Maar waar moet hij in godsnaam beginnen? Ze was god weet hoe op de hoogte van zijn komst en meer dan dat. Ze wilde maar al te graag dat hij terugkwam en zette alles op alles om hem te helpen. De taxichauffeur op het Franse eiland die hem regelrecht naar het vliegveld reed. En Dennis, niet te vergeten, kwam die niet op dat moment bij haar vandaan? 

Zou Abdul ook op de hoogte zijn, al deed hij of zijn neus bloedde? Dan moet die toch hebben begrepen waarom hij naar Philipsburg wilde. Of kon hij daar niet voor uitkomen, was dat het? Voorlopig is hij de enige die hem verder kan helpen. Als hij op dit uur nog rondhangt in zijn hotel, en nu wel wil praten. Anders…

Rinus hoort plotseling achter zich het onmiskenbaar gejank van een hond. Zelf heeft hij nooit een hond in huis gehad, ook niet toen de kinderen klein waren, maar dit geluid heeft hij bij familie of vrienden vaak genoeg opgevangen. 

Inderdaad, aan de overkant van de straat, bij het hekje van het enige huis in de hele rij met een tuin eromheen. Het zou wel eens de hond kunnen zijn die hij eerder zag scharrelen op het doodlopend eind van de straat. Het beest kijkt Rinus’ kant op en tilt zijn poot op om te plassen. 

Hij kan zich niet herinneren dat hem daar zojuist, tijdens zijn rondgang, iets bijzonders is opgevallen. Maar de hond herhaalt zijn klagende roep en draait doelloos om zijn eigen as. Misschien heeft het niets te betekenen, maar in deze doodse stilte op een zonnige middag valt het wel op. Dus steekt Rinus  slenterend over en prompt pakt het beest nog een toontje hoger uit. 

Met wilde sprongen tegen het hek lijkt hij te zeggen dat hij wel naar binnen wil maar niet mag. Of hij is te verzwakt om eroverheen te  springen. Aanleiding genoeg om deze keer wel het hek te openen en door te lopen naar de voordeur, die half schuilgaat achter een gevel dekkend gewas met paarse bloemen. Hij moet oppassen dat hij niet struikelt over de hond die nu tegen hèm opspringt.

Verdomd, haar kaartje, schuin met plakband bevestigd op de deurpost, waar je in Nederland een deurbel zou verwachten. Het huisnummer had hij wel gezien, maar het kaartje was veel kleiner en glimmend bovendien. 

Hij kijkt opzij. De hond staat stil, zijn kop naar beneden. Maar als het baasje te lang aarzelt, schudt zijn hele lijf en begint het gepiep opnieuw. Dit moet het huis zijn waar Dennis op doelde, maar waarom staat op de deur van de salon dan geen verwijzing hierheen? Hoe goed hij ook luistert, van binnen dringt geen enkel teken van leven tot hem door en voor het enige raam aan de voorkant hangt een groot rolgordijn. 

Heeft de hond soms een band met het huis? Hij is al een paar keer door de voortuin heen en weer gelopen en verdwijnt om de hoek rechts, alsof hij een spoor heeft gevonden. Rinus gaat hem achterna en belandt vanzelf bij een achteringang en tuin met terras, waar glazen en een volle asbak wijzen op tenminste de recente aanwezigheid van mensen.

De hond laat hem daar staan, alsof hij zijn taak heeft volbracht en wel wat beters te doen heeft. Rinus voelt zich een indringer en weet niet goed, of hij lawaai moet maken of juist niet. Zou die deur open zijn?

Zodra de klink meegeeft, steekt de hond zijn neus in de opening. Rinus duwt de deur verder open. Een stille lege gang. Op het eind staat een tussendeur op een kier, halverwege wentelt een trap naar boven. De hond schiet langs hem heen naar voren en in één run de trap op. Zijn nagels tikken op het hout. 

Heeft het beest iets gehoord dat hij niet kan horen of is het hier eerder geweest? Het is in ieder geval een wenk aan zijn adres.  Het eerste nieuwe geluid bij het betreden van de overloop is het kraken van de vloer onder zijn eigen gewicht, direct gevolgd door een dringende klop, een aantal tikken lang, op een houten ondergrond. Het komt van de verste deur, waar de hond hevig staat te kwispelen.