Afl. XVII: Eva’s verrassing

Eva valt hem om de hals en laat haar hoofd op zijn schouder rusten, de ogen dicht. Dan pakt ze zijn handen vast en laat haar blik vanaf zijn gezicht langzaam naar beneden glijden, tot de slippers aan zijn voeten.

“Ik heb groot nieuws, maar dat kan nog wel even wachten. Eerst jouw varkentje maar eens wassen, dacht ik zo. En als ik het goed zie, wordt het tijd dat jij naar huis gaat. Klopt dat?”

Rinus kan geen woord uitbrengen. Toen zojuist bij haar de tranen kwamen, hield hij de zijne in. Maar als je dochter zo goed kan verwoorden wat er in je omgaat, speel je geen  verstoppertje meer. 

Abdul is gaan zitten en kan het niet laten Eva’s aandacht te vragen: “Als u ook een kamer wilt in dit hotel, moet u opschieten. Het weekend komt eraan.”

Rinus wil antwoord geven, maar zijn dochter is hem voor.

“Laat maar, pa. Ik heb meneer de directeur al verteld dat ik niet van plan was te blijven. Zullen we op jouw kamer verder praten?”

Pa is de laatste om haar kwalijk te nemen dat ze de touwtjes in handen neemt. Het was even schrikken, maar nu kan hij zijn geluk niet op. Van het ene op het andere moment is hij niet meer alleen op de wereld en aan het eind van zijn Latijn. Ze gaan dit samen oplossen.

Hij waarschuwt nog wel voor de puinhoop die hij van zijn kamer heeft gemaakt, maar ze lijkt in een stemming waarin ze de hele wereld aan kan. 

“Ik heb wel voor hetere vuren gestaan. Geef me tien minuten en het is gepiept. Ga maar in bad, als je daarvan opknapt.”

Als okselfrisse schooljongen met nat gekamd haar en een   hagelwitte sportbroek, zit Rinus tegenover zijn dochter op de bank. Zoals hij thuis van haar gewend is, heeft ze hem voorzien van koffie en diept ze uit haar handtas een theezakje op voor zichzelf. Hij heeft haar al verteld dat hij straks een afspraak heeft met de politie en voorgesteld dat ze met hem meegaat. Maar dat vindt ze veel te voorbarig. 

“Ik heb voor mezelf een knoop doorgehakt. Intuïtief, niet omdat jij me zo goed had geïnformeerd. In het ergste geval zou je me niet eens willen zien, alles zelf willen oplossen. Dan had ik pech gehad. Dus begin maar bij het begin.”

Het bad heeft Rinus goed gedaan, maar de kater is nog lang niet uitgewerkt. Bovendien kan hij zich niet herinneren dat hij ooit voor haar zo met de billen bloot is gegaan. Maar ze is een en al oor, onderbreekt hem maar zelden en als ze iets zegt, is het een stap vooruit, zodat hij nog scherper ziet hoe hij zich in de nesten heeft gewerkt.

Voordat haar vader erop terugkomt, stelt Eva de afspraak met de politie weer aan de orde.

“Als je het mij vraagt heb je van die types niet veel te verwachten. Ze zullen nooit toegeven dat ze geen poot voor haar, voor jou of wie dan ook hebben uitgestoken. Waarschijnlijk hebben ze alleen maar je handtekening nodig om geen gedonder te krijgen met de leiding.”

“En als ze nou wel iets hebben gedaan en weten hoe Lisa eraan toe is?” oppert Rinus met een laatste vleugje hoop. 

Eva trekt een rimpel in haar gezicht en pa weet genoeg. 

“Dus ik ga ze bellen en zeg dat ik ziek ben, zien we wel hoe ze reageren?” 

Ze knikt: “Als je maar niet zegt dat je weggaat, van het eiland. Dat is te riskant. Spreek desnoods af dat je langskomt, als je weer beter bent.”

De receptioniste probeert tot drie keer toe vergeefs hem door te verbinden met haar collega van het proces-verbaal, zodat Rinus zich genoodzaakt ziet zijn afmelding bij haar neer te leggen. Met alle mogelijke excuses, want hij moet hij er niet aan denken dat ze vanavond op het vliegveld staan en plotseling worden aangehouden. 

De bevestiging van twee plaatsen op de rechtstreekse vlucht naar Schiphol van vanavond is een fluitje van een cent, evenals de formaliteiten in het hotel. Ze mogen zelfs, zonder bijbetaling, nog de hele middag gebruik maken van Rinus’ kamer. In haar haast heeft Eva geen moment gedacht aan het strandgenot dat haar hier te wachten stond, maar dat maakt een stevige wandeling langs de baai, waar je de vliegtuigen van de parallelle landingsbaan bijna kunt aanraken, niet minder boeiend. 

De avond is gevallen, wanneer ze aanschuiven in de vertrekhal van Juliana Airport. Eva is moe maar voldaan. De mogelijkheid van een kink in de kabel op het laatste nippertje is voor haar niet iets om lang bij stil te staan. Wat haar nog wel bezighoudt is het nieuws dat ze aankondigde, toen ze elkaar in dat hotel terugzagen.

Het voornemen te wachten tot ze samen, veilig en wel, in het vliegtuig naar huis zouden zitten, was al in een vroeg stadium ontstaan en er waren momenten waarop ze het nauwelijks meer voor zich kon houden. Maar nu ze op de dag terugkijkt, kan ze zich geen betere afsluiting voorstellen. 

Rinus is zijn zenuwen nog lang niet de baas. Voor hem is de roller coaster niet tot stilstand gekomen. Jij hebt gemakkelijk praten, dacht hij af en toe, wanneer hij haar hoorde praten. Wat zou er met hem zijn gebeurd of had kunnen  gebeuren als zij niet hierheen was gekomen, werd een schrikbeeld dat hij op grote afstand moest houden. Maar de gedachte dat familie van Lisa hem op dit vliegveld zou kunnen identificeren, zoals Dennis hem er destijds moeiteloos uit pikte, heeft hij niet van zich af kunnen zetten.  

Pas voorbij de douane, in de wachtruimte, vinden de twee elkaar in het gevoel dat ze samen een klus hebben geklaard waar ze altijd trots op zullen zijn. Geen wonder dat ze vervolgens in het vliegtuig de beste plaatsen krijgen die je je in de tourist class kunt voorstellen: bij een van de nooduitgangen.  Niet alleen vanwege de beenruimte, maar ook omdat je van de crew net een beetje meer aandacht krijgt dan de gewone passagiers. 

Alsof ze het van tevoren hebben afgesproken, kijken ze elkaar aan, zodra het sein gegeven is dat de stoelriemen mogen worden losgemaakt.

“Dacht je dat ik het vergeten was?” fluistert Rinus haar in het oor.

“Maar het was toch mijn primeur!” antwoordt Eva quasi teleurgesteld.

“Zeg het nou maar,” dringt hij aan. 

“Ik ben in verwachting.”

Vader weet niet waar hij kijken moet. Zouden andere mensen het hebben gehoord en verstaan? Zij, in verwachting? 

“Ik wist niet eens dat je een man had,” is het enige dat hem zo gauw te binnen schiet.

“Heb ik ook niet. Het was een ongelukje, maar ik wil het wel houden.”

“Weet je dat nu al zo zeker?”

“Ik ben toch oud en wijs genoeg. En nu ben jij er ook weer.

Welkom thuis.”

Deze 17e aflevering is de afsluiting van een langgerekte primeur ofwel feuilleton, dat op zondag 24 juli van dit jaar werd gelanceerd ter afsluiting van de Caribische fase van een in Paramaribo geboren website. Wat voor toekomst de site in zijn, inmiddels begonnen, Europese fase beschoren is, ligt nog verborgen in de schoot der goden.