Angst

 

 

De angst van onderdanen voor de uit stof geboren en vervolgens omhooggevallen Heerser over zijn geliefde volk.

 

De angst van gelovigen voor de goden en geboden, die voorouders in het leven hebben geroepen.

 

De angst van kijkers voor de fictieve horror en gewelddadigheid, die  media dagelijks over hen uitstorten.

 

De angst van de levenslange echtgenote voor de vader van haar kinderen, die wel slaat maar niet praat.

 

De angst van de leerlingen voor de botte dan wel dreigende bulderstem van de meester of juf voor de klas.

 

De angst van het meisje dat toch liever zonder baby haar puberteit zou willen afsluiten, voor de familie die gekant is tegen pil en abortus.

 

De angst van de patiënt in het ziekenhuis voor het verplegend personeel, dat niet doet wat het zou moeten doen.

 

De angst van de medeweggebruiker zonder omhulsel, voor wie zich verbergt achter de geblindeerde ramen van passerende auto’s.

 

De angst van het kind voor de blikken en aanrakingen van geile pubers en volwassenen om zich heen.

 

De angst van de oude tante die weigert te gaan zitten op de stoel, waar zojuist een marron gezeten heeft.

 

De angst van de voetganger of fietser voor razende honden, die ‘per ongeluk’ op straat rondlopen of zich hebben ‘losgerukt’.

 

De angst van de ondernemer die openlijk afgeeft op het zittend bewind, voor de molotovcocktail waarmee zijn bedrijf in de as wordt gelegd.

 

De angst van het bejaarde echtpaar, in zijn diefijzeren kooi, voor de Criminaliteit waar iedereen het over heeft.

 

 

Homo homini lupus: mensen verslinden elkaar.

Laat ik dan maar niet bang zijn voor wie mij verwijt dat ik ‘altijd zo negatief’ ben.