Buurland

 

 

Weken lang zaten de Surinaamse massamedia te slapen, terwijl in  het oostelijk buurland Frans-Guyana goed georganiseerde groepen zich voorbereidden op een regelrechte opstand tegen de regering in Parijs. Die had namelijk, meenden zij, al veel te lang de overgrote meerderheid van de bevolking met allerlei problemen in de kou laten staan,  terwijl ze miljoenen euro’s bleef pompen in het ruimtevaartcentrum te Kourou.

Eind februari begon het ‘Collectief van de 500 broers’ met ongekend heftig protest tegen nalatigheid van de overheid in de bestrijding van de alom heersende misdaad. Vandaar dat  de, overigens ongewapende, Broers zich in gemaskerde pakken vertoonden: om de autoriteiten in te prenten dat (wél gewapende) criminelen de bevolking terroriseren. Vervolgens werden aan publieke veiligheid eisen gekoppeld ten aanzien van illegalen uit en via de buurlanden Brazilië en Suriname, werkgelegenheid voor met name jongeren en de verwaarlozing van ziekenhuizen en scholen.

Om ook internationaal de aandacht op hun grieven te vestigen drong op 16 maart een groep activisten binnen in de vergaderzaal van een grote milieuconferentie in de hoofdstad Cayenne. En al die tijd bleef het stil in Paramaribo…

 

Het eerste signaal in onze media dat er iets aan de hand was bij de buren, kwam in een nauwelijks te vinden berichtje over de uitval van een vlucht naar Cayenne van Air France, de afgelopen week. Omdat er ‘onrust’ heerste in dat land. Meer niet. Pas het afgelopen weekend kwam er een beetje informatie naar buiten over feiten en achtergronden, met name via de avondkrant De West, en eergisteren verscheen op een nieuwssite ook de eerste foto (barricaden op een belangrijke verbindingsweg). Maar toen was al de hele voorafgaande week van alles gebeurd, tot en met de (geslaagde) actie om de lancering van een nieuwe raket te verhinderen. Het publiek in dit land had daar niets van meegekregen.

Is dat zo erg? Ja, dat is tamelijk ernstig en niet alleen omdat – zoals het ministerie van buitenlandse zaken zondag fijntjes liet weten – landgenoten nu ‘voorzichtig moeten zijn’, als ze dat land binnen willen. Met zijn ingewortelde samenhang tussen boven- en onderwereld maakt Suriname namelijk volop deel uit van de problemen in het buurland.

Sinds de Binnenlandse Oorlog (1986-92), toen grote aantallen vluchtelingen in Frans-Guyana terechtkwamen, is het verkeer tussen de twee landen intensiever dan ooit. En aangezien het centraal gezag  in Paramaribo geen vat heeft op wat zich allemaal in het zuidoosten afspeelt, is alles  mogelijk van drugstransporten tot ernstige vervuiling van de grensrivier (niet alleen met kwik!).

Als de media hun taak serieus zouden opvatten, hadden ze allang hun eigen man of vrouw in Cayenne gehad of zouden ze er tenminste regelmatig iemand heen sturen. Maar nee, buitenlands nieuws – gemakshalve op een hoop gegooid met internatíonaal dan wel wereldnieuws – is in Suriname een ondergeschoven kind.

Journalisten steken daar gewoon geen tijd in. Ze harken van alles bij elkaar, bij voorkeur uit media in België en Nederland natuurlijk, en je mag als nieuwsconsument blij zijn, als ze er een bron bij vermelden. Typerend is dat de staatszender STVS het elke dag aan een extern bedrijf, SurinamAirways, overlaat vijf minuten ‘wereldnieuws’ te presenteren. En ook dat is geen eigen werk, maar  overgenomen van buitenlandse bronnen zoals Aljazeera.

Afgezien van het hoekje Guyana News in de Times of Surinam, is het enige stukje buitenland dat de media wel uitdrukkelijk willen kennen het voormalige moederland. Minstens twee pagina’s in de krant en ’s avonds om acht uur op Apintie het journaal (met weerbericht!) van de Nederlandse publieke omroep. Daar zit ook de enige Surinaamse journalist die je ‘buitenlands correspondent’ zou kunnen noemen, al is de diaspora feitelijk zijn enige thema.

 

En laat niemand me nu proberen wijs te maken dat dat alles een kwestie is van geldgebrek.