Familiekroniek

Een stevige, goed gecomponeerde en  boordevolle, roman is en blijft een spannend avontuur. De afgelopen weken heb ik dat weer ervaren. Vrienden in Domburg hadden me het boek van ruim 500 pagina’s uitgeleend, toen ik een weekje op reis zou gaan: Het Mussolinikanaal van Antonio Pennacchi (2010). Ik had er niet eerder van gehoord en lees bij voorkeur oorspronkelijk Nederlandstalig proza, maar een goede vertaling kan ook heel mooi zijn.

Pennacchi hanteert een ik-verteller, die in de eerste zin van zijn voorwoord verklaart: “Mooi of niet, dit is het boek waarvoor ik op de wereld ben gekomen.” Met andere woorden: alles wat ik tot nu toe heb onderzocht en geschreven, was daarop gericht. Dat belooft wat, nietwaar?
Vervolgens legt die ik uit dat het om een werk van de verbeelding gaat en dat hij een familie, de Peruzzi’s, in het leven geroepen heeft om licht te werpen op een bevolkingsgroep van kolonisten, die in de beginfase van het fascisme – Mussolini kwam in 1922 aan de macht – verhuisde van het noorden van Italië naar een drooggelegd moerasgebied in het zuiden.

Pas na het voorwoord presenteert de ik-figuur zich als een lid van die familie Peruzzi, dat na de tweede wereldoorlog is opgegroeid en uit de mond van   oudere familieleden (ooms met name) heeft opgetekend wat die in hun leven hadden meegemaakt. En dan heeft de schrijver het ook consequent over ’wij’ en ‘ons’. Hoe autobiografisch dat alles is, mag je als lezer zelf uitmaken. Tot het bittere einde, wanneer de ik geboren wordt. Onder een eucalyptusboom te midden van de bijen van zijn moeder…
Voor zover de Peruzzi’s centraal staan, kun je het boek een familiekroniek noemen. Maar tegelijkertijd gaat het over een zeer onstuimige periode in de nog relatief korte geschiedenis van Italië als moderne eenheidsstaat. De wisselwerking tussen die twee verhalen, dat van die ene familie en dat van het land, bepaalt het karakter van het boek.
Hoewel de (enorme) opgave die de auteur zich had gesteld, me wel duidelijk was, heeft het een tijdje geduurd voor ik de smaak te pakken kreeg. Dat kwam vooral, omdat de verteller zich om de haverklap wendt tot de lezer met vragen als Wat lacht u nou, gelooft u me niet? En die (denkbeeldige) vragen zijn dan aanleiding voor hem om meer details te verschaffen of zaken aan te scherpen. Misschien hinderde het me dat hij – soms – mijn eigen gedachten leek te hebben geraden of dat hij met zijn uitweiding mijn fantasie blokkeerde. Maar op den duur raakte ik eraan gewend en zag ik er ook wel de voordelen van in. Vermoedelijk speelden aan mijn kant trouwens ook (voor)oordelen mee over morele zaken die zich altijd en overal,  in elke geschiedenis, voordoen. Ik had in mijn leven nog nooit met een NSB-familie te maken gehad en nu kreeg ik plotseling het verhaal voorgeschoteld van een familie, die onomwonden partij koos voor Mussolini. Met allerlei argumenten, nuances en kanttekeningen, maar toch.

Nee, dit is geen verlate recensie van een boek dat vijf jaar geleden in Nederland is uitgegeven. Ik wil alleen maar vertellen dat ik weer eens in de ban van een boek ben geraakt. Dat zijn nu eenmaal boeken die ik niet snel weer vergeet. Het was zeer onderhoudend, in de meest ruime betekenis van het woord, en ik ben er heel wat wijzer van geworden. Wat wil een mens nog meer?
Op 14 augustus ben ik eraan begonnen en op 3 september kon ik het weer opbergen.  Had dat niet sneller gekund? Zeker, maar het boek moest me eerst  nog voor zich zien te winnen en toen het zo ver gekomen was, legde ik het toch nog af en toe weg, omdat ik het anders te snel uit zou hebben. En dan val je in een gat, weet ik maar al goed.
Ik moest tijdens het lezen ook vaak aan Suriname denken. Stel je voor dat hier een auteur zou opstaan met voldoende verbeelding en taalkundig  vermogen om een epos te schrijven, waarin je door de ogen van één familie van bijv.  nazaten van weggelopen slaven glashelder wordt wat zich in de landspolitiek de afgelopen halve eeuw heeft afgespeeld. Net zo iemand als die man van 65 met een brilletje, pet en grijze snor, uit een of ander kolonistenmilieu in Italië.