Hokjesgeest

Vandaag staat de teller in de statistieken van mijn site op nul. Tijd om de bakens drastisch te verzetten! Als ik toch niemand een dienst kan bewijzen of een moment van verstrooiing bieden. Alle remmen los, mijn hart niet langer misbruiken als moordkuil, opstijgen als een leeuwerik en me voegen naar de natuurwetten van de schoonheid.

Eigenlijk brachten enkele collega’s te midden van mijn nieuwe landgenoten me op dit idee. Een nieuwssite en twee dagbladen. Dacht namelijk hun een plezier te doen met een zorgvuldig gecomponeerde longread – ja, zo schijnt dat te heten in hedendaags hip Nederengels – over het thema verkiezingen. Gratis content, decor voor hun berichtgeving over de lokale verkiezingen van 20 maart. Mooi meegenomen, toch?

Maar daar kwam niets van terecht. Zelfs geen berichtje dat men  ‘helaas’ geen ruimte had of zoiets. Er zal wel een luchtje aan gezeten hebben: het is niet een van ons, hup een hek eromheen, voor je het weet krijg je problemen.

Ik hoop dat ik me vergis, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat ook hier het nieuwe hokjesdenken heeft postgevat. Dat was vroeger algemeen bekend, tot er een periode intrad van emancipatie en samenwerking. Maar nu steekt het, een beetje aangepast, overal weer de kop op.

‘Identiteitspolitiek’ is de gangbare aanduiding geworden, voor zover de hokjesgeest ook in de politiek is doorgedrongen. Dat klinkt heel netjes, maar het is en blijft discriminatie wanneer in ongunstige zin  onderscheid wordt gemaakt tussen bevolkingsgroepen op grond van uiterlijke of culturele kenmerken alleen. 

Meer dan voorheen werkt het tegenwoordig twee kanten op: groepen voelen zich wederzijds gediscrimineerd in de zin van tekortgedaan en beschadigd. Denk maar aan het inmiddels beruchte voorbeeld van de Zwarte Piet-discussie in Nederland.

Mensen trekken zich terug in een eigen bubbel, een persoonlijke of een collectieve. De rest kan de pot op of mag oprotten. Dat heet in de opvoeding  eenkennigheid en slaat dan op kleine kinderen. Maar nu zijn hele horden volwassenen eenkennig en houdt het niet meer op. Nota bene in een tijd waarin alles met alles samenhangt en het een kwestie is van alle hens aan dek om de roofbouw op de aarde een halt toe te roepen, zodat er over een halve eeuw nog min of meer normaal te leven valt.

Natuurlijk, er bestaan daadwerkelijk verschillen en tegenstellingen tussen mensen in allerlei verbanden. Die zijn er altijd geweest en daar is – naast veel ellende – ook veel goeds uit voortgevloeid. Wanneer die worden ontkend of genegeerd, is dat vragen om moeilijkheden. Het ergste van de hokjesgeest is dan ook dat het een open debat over wat mensen scheidt en waarom, bemoeilijkt of onmogelijk maakt.

Als er materiële of culturele belemmeringen zijn om tot een uitwisseling van meningen, kennis en ervaring te komen, moet daar werk van worden gemaakt. Pas wanneer mensen elkaar ontmoeten, kunnen ze iets aan elkaar hebben. En wie één keer op de schouders van een ander – al is het een wildvreemde – heeft gestaan, weet voor de rest van zijn leven dat je dan veel verder kunt kijken.