Wat zich een paar dagen geleden nog schuilhield achter de spannende buikwand, ligt nu – op leesafstand – in mijn armen. Even articuleerde ze bij de overdracht iets van misnoegen, alsof ze met haar aandacht elders verkeerde en niet gestoord wilde worden. Maar de ogen bleven dicht en zodra ik was opgestaan om haar beter te kunnen wiegen, verdween de frons op het gezicht en verzonk ze opnieuw in een strikt persoonlijke eigen werkelijkheid.
Schuifelend verwijder ik me van het bed, waar mijn dochter me uit de eerste hand verslag heeft gedaan van de verrassende ontknoping van een, naar mijn indrukken aan de zijlijn, vlekkeloze eerste zwangerschap. Geen bevalling thuis, waar ze zich helemaal op had ingesteld, maar in het ziekenhuis – vanwege een stuitligging – en bovendien door middel van een keizersnee, waarvan ze zo had gehoopt dat die haar bespaard zou blijven.
Het is lang geleden dat ik me zo vrij en intiem mocht verhouden tot een boreling. Dus ik kijk mijn ogen uit en krijg de neiging haar iets toe te fluisteren, maar de woorden blijven steken in mijn keel. Als ik iets wil vermijden is het wel dat ik haar wakker maak. Ze heeft zich immers niet zelf, op een door de natuur geregelde wijze, uit die buik los gewrongen, de wijde wereld tegemoet. Integendeel, ze moet de grootste schok van haar leven hebben gehad en wat dat met haar deed weet niemand.
Ik ben er niet helemaal gerust op en zoom beurtelings in op het midden van haar gezicht en de twee knuistjes, omdat de rest door dikke kleding aan mijn blik wordt onttrokken. Maar geen teken van leven, zelfs geen greintje ademhaling. Is ze zich bewust zijn van mijn aanwezigheid, de passen die ik maak en de schommel van mijn armen? Of is lichaamswarmte ook een vorm van communicatie en kan ik in dit stadium beter niet méér willen?
We bevinden ons met z’n tweeën nog steeds in de kamer, waar het prille gezin door het ziekenhuis is ondergebracht. Probeerde ik aanvankelijk het gesprek van de overige vier familieleden nog te volgen, nu gaat het volkomen langs me heen. Ik ben niet voor hen maar voor haar hierheen gekomen, dat wil zeggen voor een kennismaking die een jaar geleden nog geen plek had in mijn verbeelding, laat staan dat ik ernaar uitzag.
Part noch deel heb ik gehad aan de besluitvorming die voorafging aan haar komst. Maar ik ben wel degelijk betrokken en niet slechts in administratieve zin. Haar moeder heeft het niet uitdrukkelijk met me gecheckt in de trant van wat zou je ervan vinden als, maar over mijn eigen – jaren lang vast- en volgehouden – kinderwens heb ik nooit twijfel laten bestaan en hoe had ik haar en hun samen kunnen misgunnen wat in de loop der jaren de hoeksteen van mijn eigen bestaan bleek te zijn?
Wat niet wegneemt dat ik nu met deze nieuweling op aarde, die er zelf niet om heeft gevraagd, een relatie aanga tot de dood ons scheidt en te bezien valt of zij daar ook oren naar heeft. En rest natuurlijk de vraag hoeveel levenslust de goden mij nog hebben toebedacht. Maar voor zover ik daar zelf de hand in heb, vind ik te zijner tijd vast wel weer zeilen om bij te zetten.
2 reacties op “Kennismaking”
Gefeliciteerd Theo!
Jij wordt een geweldige grootvader.