Wie heeft er een kik gegeven, toen een paar weken geleden in het kleinste kamertje van het presidentieel kabinet het besluit genomen was de organisatoren van de manifestatie 145 jaar Hindostaanse immigratie een Nationale Vrije Dag cadeau te doen? En toen de chef agitprop het decreet dienaangaande in het land verspreidde?
DNA, lanti, rechterlijke macht, fabrieken, winkels, banken, hotels, media, vliegvelden, bussen, vrachtwagens, scholen, ziekenhuizen, kazernes, politie, brandweer, ambassades, verenigingen… Iedereen sprong in de houding, mofokoranti zorgde voor de rest. Een half miljoen mensen, in een uithoek van een Amerikaans continent, hingen in de nacht van maandag 4 op dinsdag 5 juni het bordje Niet storen aub voor de deur.
Maar was dat dan geen klap in het gezicht van:
* volwassen mensen die beseften dat een uitzichtloze crisis niet het uitgelezen moment was om op lauweren te rusten;
* het voltallig parlement, want als het in zo’n besluit al niet wordt gekend, blijft slechts het eigen tv-kanaal over als bestaansrecht;
* andere bevolkingsgroepen met een roemrijk verleden en talloze mogelijke bigi yari;
* werknemers en werkgevers die de oekaze hadden gemist en plichtsgetrouw uit bed kwamen om aan de slag te gaan;
* de vele toegewijde medewerkers van IMF, IDB, IsDB, IBRD en EIB die sinds jaar en dag opeenvolgende ministers en ambtenaren rekenles hadden gegeven;
* de winkeliers die een hele dagomzet op hun buik konden schrijven;
* het onderwijzend personeel en de leerlingen die al zoveel problemen hadden en dus geen dag konden missen;
* de fabrikanten die hun machines na één werkdag al weer stop moesten zetten en op woensdag opnieuw konden beginnen;
* de geleerden die maar al te goed wisten dat in zwakke staten de combinatie van vrije dagen met regentijd in demografisch opzicht vaak slecht uitpakte;
* de kraamhouders aan de Waterkant en op het Plein, die hun handel in het water zagen vallen (de meeste feestvierders zaten de hele dag lekker binnen);
* de alsmaar slinkende groep kiesgerechtigden die nog weten wat ooit de bedoeling was van democratie;
* en die jongeren tenslotte die zich – wonder boven wonder – aan het conservatisme en egoïsme van hun autoritaire opvoeders hadden onttrokken en dachten aan iets anders, iets nieuws?
In andere landen kunnen politici aan de macht worden aangeklaagd en berecht voor heel wat minder dan moord en doodslag. Onbehoorlijk bestuur en onrechtmatig handelen met name zijn dan een geldige grond.
In Suriname schijnt langzamerhand geen enkele grens meer gesteld te worden aan hun misdragingen, niet in juridische en evenmin in morele zin. Maar als burgers alles over hun kant laten gaan, hebben ze op een gegeven moment geen recht van spreken meer.
(Uit: De West, 6 juni 2018)