Pas sinds ik hier in Suriname ben komen wonen, is langzaam maar zeker tot me doorgedrongen dat in Nederland een niet gering aantal mensen met een Surinaamse connectie woonachtig is, dat zich in allerlei bochten wringt om niet alleen als ‘zwart’ erkend te worden, maar ook als nakomeling van een persoon die in een grijs verleden het leven van een slaaf geleid heeft. Terwijl ze er, in mijn perceptie, uitzien als mensen zoals ik of, gewoon, met een kleur huid, haar of ogen die overal vandaan kunnen komen.
Het eerst genoemde element, de identificatie met die ene kleur zwart, kon ik op een gegeven moment wel verklaren. Maar het tweede element heeft me wat meer tijd en moeite gekost.
Je bent geboren in een land, dat een kolonie van Nederland is geweest. Je ouders of althans hun generatie heeft er – vrijwel zonder slag of stoot – een nieuwe ‘onafhankelijke’ staat van gemaakt. Dan moet je kiezen of delen: wil je, tenminste in je hoofd, deel uitmaken van die staat aan de overkant van de oceaan of stel je je primair op als Nederlander die gewoon blijft zitten waar die zit.
En als je je dan niet echt thuis voelt en een zondebok zoekt, hoef je maar naar de Verenigde Staten (VS) te kijken om te weten hoe effectief kleur is om anderen tegen je in het harnas te jagen. Daar is immers de one-drop rule uitgevonden: één druppel ‘black blood’ is voldoende om voor ‘negro’ dan wel, meer gangbaar in deze tijd, ‘black’ te worden versleten.
Die rule is een sociaal beginsel, dat in de 19e eeuw ingang vond onder de volksverhuizers (en hun nakomelingen) uit Europa om zich te onderscheiden van de andere mensen om hen heen. Daarmee werd de grondslag gelegd voor allerlei informele én juridische vormen van rassenscheiding in een groot aantal deelstaten, tot in de tweede helft van de 20ste eeuw. Denk maar aan de acties daaromtrent van met name de burgerrechtenbeweging van Marten Luther King.
De rule heeft een stempel gedrukt op de manier waarop in de VS wordt gedacht over al dan niet vermeende kenmerken van bevolkingsgroepen en hun onderlinge verschillen. De idee van white supremacy bij de ku klux klan is er een uiting van, maar ook de scheidslijnen die na de tweede wereldoorlog door de Black Powerbeweging werden getrokken, om de eigen basis zo breed mogelijk te maken.
Genoemde Surinaamse Nederlanders die met hun blackness te koop lopen hebben daar duidelijk een tik van meegekregen. Menigeen zou maar wat graag de Angela Davis of Malcolm X van de Polder willen zijn, al is zij of hij daarmee enigszins aan de late kant. Hoe dan ook, ze willen liever niet weten dat de geschiedenis van Nederland in vele opzichten wezenlijk verschilt van de Amerikaanse.
Vandaar dat ze klem komen te zitten: tussen het land waar ze zich gediscrimineerd achten en het land van hun voorouders. En reken maar dat ze in Nederland blijven hangen! Als ze met hun elitaire lichte kleurtje in Suriname de ‘zwarte’ komen uithangen, maken ze zich volkomen belachelijk. Hier weet men maar al te goed dat die voorouders al ver vóór de formele afschaffing van de slavernij zo vrij waren als een vogel en er zelf ook slaven op na hielden.
Dan kun je beter die onnozele landgenoten van je een rad voor ogen draaien. Je kunt er zelfs een broodwinning van maken. Men hangt aan je lippen!