Op vreemde grond

Je vlag planten op vreemde grond of je laten kisten.

 

Je engageren of leven als God in Frankrijk.

 

Jouw lat lager leggen of je omgeving een hogere lat aanpraten.

 

Vederlicht eroverheen gaan of een spoor trekken.

 

Die plastic zak aanpakken of weigeren.

 

Wegkijken van de politiek of je partijtje meeblazen.

 

Brabbelen in het omringend koeterwaals of staan voor je eigen taal.

 

Van de nood een deugd maken of afstompen.

 

Je blijven verbazen of de hand aan de ploeg slaan.

 

Het thuisland ophemelen of het gastland laten binnenkomen.

 

De aso’s om je heen de ruimte geven of een mes op zak houden.

 

Je zegeningen tellen of je ergernissen opstapelen.

 

Je fiets de goot in sturen of je breed maken.

 

De zachte heelmeester uithangen of de vinger op de zere plek leggen.

 

Sjoemelen met de sjoemelaars of  recht door zee gaan.

 

Kiezen of delen.