Stempas

Het was een bijzondere gewaarwording, toen ik enkele weken geleden zo maar uit het niets een stempas voor de Europese Verkiezingen (EV) in handen kreeg. Ik was vanuit mijn Afrikaans verleden gewend dat je als houder van een Nederlands paspoort, woonachtig in een land zonder ambassade of consulaat,  door ‘Den Haag’ werd behandeld als een paria. Alsof je het Polderrijk aan de Noordzee verraden had!

Hier tel ik plotseling weer mee, wordt zelfs de loper voor me uitgelegd. Niet dat daarmee in een klap mijn reserves ten aanzien van het soort democratie waarmee ik ben opgegroeid zijn opgeruimd. Daarvoor heb ik te vaak meegemaakt dat politieke partijen zichzelf als doel  beschouwen in plaats van als middel en dat politici verkiezingen manipuleren om aan de macht te komen en te blijven. Maar de stempas heeft me wel opnieuw aan het denken gezet.

De EV zijn niet de minste verkiezingen en de Europese Unie (EU) is niet een samenwerkingsverband om je schouders over op te halen, al wordt de laatste tijd door een bepaald slag politici –  met name in het Verenigd Koninkrijk (VK) – de indruk gewekt dat je gemakkelijk zonder kunt. Vergeleken met vormen van samenwerking tussen staten in andere continenten is de EU zonder meer een succesverhaal.

Des te opvallender is de totale onverschilligheid om me heen aan deze kant van de oceaan. Terwijl in het verdrag over de werking van de EU (art. 198) duidelijk sprake is van niet-Europese landen en gebieden waarmee bepaalde lidstaten (Denemarken, Frankrijk, Nederland en het VK met name) bijzondere betrekkingen onderhouden. Die liggen niet op Europees grondgebied, maar zijn daar wel mee ‘geassocieerd’. Dat betekent dat hun bewoners naast de Deense enz. nationaliteit ook het Europese burgerschap genieten en rechten kunnen doen gelden zoals actief en passief  kiesrecht,  verzoekschriften aan het Europees parlement en toegang tot Europese fondsen en samenwerkingsverbanden.

Vrijwel nergens heb ik de laatste tijd iets gemerkt van dat tweede burgerschap.  Alsof men niet beseft dat er zoiets bestaat, laat staan wat het inhoudt. Een keer slechts trok een rimpeling over de Caribische wateren, toen Samira Rafaela – derde op de kandidatenlijst voor de EV van D66 – besloot ook hier campagne te komen voeren. Met als hoogste troef een Curaҫaose moeder, omdat vele kiezers nu eenmaal liever stemmen op mensen met wie ze iets gemeen hebben dan op plannen en ideeën. Misschien heeft Facebook er bol van gestaan, maar the talk of the town was ze zeker niet.

De lokale media maakten er trouwens sowieso een potje van. Nergens feitelijke informatie over bestaande of mogelijke relaties van  de EU met de regio in het algemeen en onze eilanden in het bijzonder, niets over de campagnes in Europa, zelfs geen verhaal over de partijen waar we op zouden kunnen stemmen.

Het vermaarde dagblad Amigoe opende afgelopen zaterdag met ‘nieuws’ van zijn correspondent in Den Haag  over een zogenaamd verkiezingsdebat met overzeese gebiedsdelen als hoofdonderwerp. Om te huilen! En koninkrijksrelaties.nu wist dinsdag niets beters te verzinnen dan een ‘column’, waarin de twee jaar geleden afgetreden minister-president van Aruba Eman zich beklaagde over ‘veel te gecompliceerde stemprocedures’, waarmee Antillianen werd belet aan democratische verkiezingen deel te nemen. Zonder verwijzing naar de staatshervorming van 2010, die onder meer impliceerde dat de drie Antillen met de status ‘land’ in het vervolg voor buitenland zouden doorgaan.

Geen wonder dat de opkomst hier op Bonaire in 2014 bleef steken op twee procent. Maar dan vraag je je ook af, of in dit geval de Rijksdienst Caribisch Nederland en het Openbaar Lichaam Bonaire niet meer zouden moeten doen dan plichtmatig stempassen uitdelen en vertellen waar de stemlokalen zich bevinden. Te meer omdat het Liaisonbureau van het Europese parlement in Den Haag nog altijd niet schijnt te weten waar in de wereld dit en de andere vijf pronkjuwelen van de Kroon te vinden zijn.

Maar dat alles is toekomstmuziek. Er zit niets anders op dan morgen fluitend naar ‘mijn’ lokaal te fietsen, als een van de 12.760  gelukkigen die dit jaar voor dit  eiland mogen opkomen. Misschien krijg ik dan wel een blauw vlaggetje met 28 sterren, dat ik tot sluitingstijd aan mijn bagagedrager kan laten wapperen.