Wanneer je leest of hoort dat een bekende Surinamer ‘uitlandig’ is, kun je er vaak donder op zeggen dat die zich ergens in Nederland ophoudt. Maar dat moet wel worden verhuld, want je kunt de patriotten die de voormalige kolonisator nog altijd als pispaal gebruiken beter niet voor het hoofd stoten of op een idee brengen.
Ondertussen stikt het van de hele en halve Surinamers die van tijd tot tijd de oceaan oversteken en nu ik me zelf ook weer eens – vanwege een huwelijk – bij hen heb aangesloten, vraag ik me af hoe ze dat toch telkens voor elkaar krijgen. Nee, niet financieel – dat geloof ik wel – maar wat die overgang betreft. Je komt immers plotseling, binnen een halve dag, van een land waar geen beweging in te krijgen is – integendeel – in een land dat alsmaar doorholt.
Nog afgezien van de kou, is het daar altijd wat. Als er geen sprake is van een bomalarm of drugsvangst op Schiphol, moet je oppassen voor de taxichauffeurs bij de ingang, die je een poot willen uitdraaien. Of er is weer iets veranderd in het openbaar vervoer, zodat je niet meer met gewoon geld kunt betalen. En je moet natuurlijk oppassen wat je eet, want er worden regelmatig miljoenen besmette kippen of zieke varkens afgemaakt. En ga zo maar door. Met die dingen krijg je telkens weer te maken.
Zeker, we hebben allemaal een twee landensimkaart. En dat is tenminste iets: je bent geland en hebt meteen een 06-nummer ter beschikking, zonder dat je je instellingen hoeft te veranderen. Maar er moet toch meer aan te doen te zijn en dan denk ik allereerst aan de roemruchte diaspora.
Al die familieleden, vrienden, collega’s, bendeleden en wat al niet meer, die de pendelaars keer op keer opvangen en bezighouden. Die moeten de sores van de overgang toch kunnen begrijpen. Zouden er in die kring geen techneuten zitten die een handige app kunnen bedenken?
Stel je voor: al boven de Noordzee kun je de nodige data, instructies, nieuwtjes, waarschuwingen en zo te voorschijn halen, aan de hand waarvan je – een kwartier later – onmiddellijk en moeiteloos je weg kunt vinden in dat gekkenhuis. Of er speurhonden klaarstaan, wat voor kleren je moet aantrekken, welk vervoermiddel voor jou het meest geschikt is, welke plaatsen je moet mijden, welke rampen of schandalen aan de orde zijn, gewoon van alles.
En als er in eigen kring geen ICT’er te vinden is die zo’n app kan maken en – niet te vergeten – op de markt brengen, moet die nicht van de minister die al jaren zit te wachten op haar benoeming als ambassadeur in Den Haag, maar eens de handen uit de mouwen steken. Om eindelijk dat helibedrijf op poten te zetten, waarmee je voor een habbekrats heen en weer kunt vliegen tussen Schiphol en de Bijlmer. Dan hebben we nergens meer last van.
Hoefdraad wil daar vast wel geld in steken. Een onderneming die je als regering kunt uitmelken is nooit weg.