Vreemdelingenzaken in het slop

Het zogenaamd generaal pardon van het Ministerie van Justitie en Politie voor naar schatting 15.000 illegalen is gedoemd te mislukken. Het is symboolpolitiek, een slag in de lucht en dus weggegooid geld. Met als enig lichtpuntje dat het blootlegt hoe weinig de Surinaamse politiek zich feitelijk gelegen laat liggen aan de rechtspositie van vreemdelingen.

Advertentie

Al tijdens de persconferentie op 5 september, waar minister Ferdinand Welzijn en onderdirecteur voor vreemdelingenzaken (VZ) Rachelle Groenveld het project uit de doeken deden, werden de eerste twijfels gezaaid. Met name door de vaagheid omtrent de aanleiding voor de campagne.

Naar eerder door diverse media was aangegeven, wilde het ministerie een daad stellen vanwege kritiek in een Amerikaans rapport (juni 2017) op de manier waarop Suriname omgaat met mensenhandel. Welzijn verwees wat dat betreft naar eerdere campagnes, zonder iets te zeggen over de resultaten of de redenen waarom die waren mislukt.

Groenveld vergrootte de onduidelijkheid door te gewagen van maar liefst vijf categorieën van mensen die voor het pardon  in aanmerking zouden komen. Informatie  over het realiteitsgehalte van de schatting  15.000 bleef uit. En de tarieven voor een verblijfsvergunning van 24 maanden – 600 US dollar voor mensen uit de regio en 3000 US voor mensen uit de rest van de wereld – wekten  de indruk dat het  erom ging de schatkist te spekken.

De grootste nalatigheid was dat het ministerie zelfs op zijn site geen (schriftelijke) tekst en uitleg verschafte. Het kwam uiteindelijk, op de dag van de opening van het projectkantoor aan het Kerkplein (19 september), niet verder dan een schamele advertentie in de krant met als tekst: Bekendmaking/

Vreemdelingen die voor 1 juli 2017 Suriname legaal zijn binnengekomen en die thans een illegale status hebben, worden in de gelegenheid gesteld hun illegale status te legaliseren. ‘Nog geen stormloop’, meldde de adverteerder twee dagen later.

Hoofdpijndossier

VZ is al sinds jaar en dag een hoofdpijndossier van JusPol. Aan wetgeving  geen gebrek. Al meteen in november 1975 verscheen in het staatsblad een Wet tot regeling van het Surinamerschap en het Ingezetenschap en toen de storm van het militair bewind enigszins geluwd was, kwam de Vreemdelingenwet 1991, gevolgd door het Vreemdelingenbesluit 1995. Maar de uitvoering stuitte voortdurend op allerlei externe en interne problemen.

Zoals vaker in staten, waar de ambtenarij – formeel – is gestoeld op de trias politica, betwissen twee stromingen elkaar de voorrang: een  technocratische en een politieke. Technocraten hebben de neiging de complexiteit van een probleem te onderschatten en zichzelf te overschatten. Zo ook in dit geval, waar een waarnemend minister zich op sleeptouw heeft laten nemen door een onderafdeling met oogkleppen op.

Het zal hem mooi in de oren hebben geklonken: we gaan de buitenlanders die hier met een visum of toeristenkaart zijn binnengekomen en zo maar, per ongeluk of willens en wetens, in onze informele sector zijn blijven hangen, eens aan de tand voelen. Per slot van rekening profiteren ze van allerlei voorzieningen, die de staat veel geld kosten. Dus laten zij ook maar eens een duit in het zakje doen.

Rotte appels

Zo werd in no time, zonder overleg met externe partijen die vanuit hun ervaring of deskundigheid bijtijds hadden kunnen wijzen op misvattingen en mogelijke valkuilen, een nieuw kantoor uit de grond gestampt, met vijf loketten waar je contant kunt afrekenen. Men gooide er nog wat reclameclips op populaire zenders tegenaan en klaar was Kees. Alsof de doelgroep dan op staande voet en in groten getale, met geld van onder het matras of geleend van de buren, zou afreizen naar de hoofdstad om…  Ja, waarom eigenlijk?

Omdat de betrokkenen dolblij zijn dat lanti eindelijk met hen wil kennismaken? Omdat het knaagt aan hun geweten dat ze hier, lang of kort geleden, zijn komen werken? God mag het weten. In ieder geval kan dit niet de meest effectieve manier zijn om de rotte appels in de doelgroep op te sporen.

Complexe problemen als vrouwenhandel en de smokkel van drugs zijn zaken waar je slechts in nauwe samenwerking met buurlanden of regionale autoriteiten iets aan kunt doen. Mits je om te beginnen weet waartoe je zelf in staat bent en – dat vooral – weet wat je wilt.

Eerste misstap

Het nu gelanceerde generaal pardon is de tweede misstap van VZ binnen één jaar. De eerste werd namelijk begaan in oktober van het afgelopen jaar, toen VZ besloot alle aanvragen van verblijfs- en vestigingsvergunningen te digitaliseren onder het motto ‘VZ online’. Een decreet, waarmee de verantwoordelijke gezagsdrager ongetwijfeld een landsbelang heeft beoogd, maar welk belang dat was, daar mocht de buitenwereld naar raden.

De bekende balie met een persoon van vlees en bloed, als vraagbaak en receptionist, de langgerekte wachtkamer met de loketten op het eind, het hele zenuwcentrum van VZ aan de Lachmonstraat ging op slot en wie voortaan nog zaken wilde doen met deze afdeling van JusPol moest maar op de site gaan kijken.

Als je geneigd bent een zekere klantonvriendelijkheid te accepteren als een van de charmes van het land, dan kun je de nieuwe eisen die  door lanti aan ingezetenen met een ander paspoort worden gesteld misschien nog goedpraten. Maar als je de kwaliteit  van de dienstverlening  op zich in overweging neemt, moet je zoetjes aan de conclusie trekken dat sprake is van wanbeleid. Wat er alleen al mis kon en kan gaan bij de indiening van een aanvraag met de vele  (gescande) documenten en bewijzen, tart elke beschrijving.

Gedupeerden

In het begin van het jaar verschenen van tijd tot tijd op de site van het ministerie – voor zover die toegankelijk was – nog wel lijsten met namen, van mensen wier aanvraag afgehandeld zou zijn en die dan ergens moesten komen opdraven om de zaak af te ronden. Maar dat stokte na enkele maanden en van enige directe informatie, per mail of gsm, over de stand van zaken in de behandeling van een aanvraag is nooit iets terechtgekomen.

Het gevolg is dat nu een niet te schatten aantal aanvragers in de illegaliteit is beland, niet door eigen toedoen maar door nalatigheid van VZ. Omstreeks juli circuleerde nog wel een bericht  over een informeel kantoortje van VZ in de binnenstad, waar je je beklag kon doen. Maar daar werd je slechts afgescheept en in augustus was dat al weer gesloten.

Geen wonder dat sommige gedupeerden inmiddels een advocaat in de arm hebben genomen of overwegen zich te melden bij het projectkantoor uit genoemde advertentie en aan het daar gevraagde tarief te voldoen. Om van alle gedoe af te zijn.

Het jaar 2025

Hoog tijd om met zoveel mogelijk partijen de koppen bij elkaar te steken, zodat er een einde komt aan dit gesol met vreemdelingen, vindt Humphrey Schurman van het gelijknamig advocatenbureau in Paramaribo, dat zich sterk maakt voor een maatschappelijk verantwoorde  advocatuur.

Twee jaar geleden, eind oktober, organiseerde hij al eens een studiedag over het belang voor de samenleving van een weloverwogen en effectief vreemdelingenbeleid. Nu zou hij graag eens de vraag aan de orde stellen: “Waar willen we heen met VZ tegen het jaar 2025 en van welke partijen, binnen en buiten de overheid, mogen we dan een bijdrage  verwachten?”

Essentieel vindt hij dat de reguliere procedure voor de vestiging van buitenlanders helder, eenvoudig en betrouwbaar wordt. Per slot van rekening kent het land talloze problemen, die schreeuwen om een oplossing. En heeft het dus ook de inbreng van vreemdelingen met de nodige  scholing  en werkervaring heel hard nodig.

Maar daarvoor is wel vereist dat VZ zelf de omslag maakt naar een open organisatie, die voor vreemdelingen eerder een brug vormt dan een obstakel. Alleen dan kunnen die naar hun beste vermogen bijdragen aan de ontwikkeling van het land.

 

(Uit: De West, 28 september 2017)